Hallo allemaal! Mijn naam is Serge. Ik wil jullie iets vertellen over het dood azen met de dobber op snoek, in mijn ogen een prachtige visserij die tot enorme vangsten kan leiden, zelfs in de meest (over) beviste wateren in Nederland. In het voorjaar vis ik voornamelijk met kunstaas en in de herfst en winter kies ik toch vaker voor de aasvis onder de dobber. Reden hiervoor is dat in het najaar het water kouder wordt en de snoek zuiniger om gaat met zijn energie. Dan is een makkelijke hap voor de hand liggender dan een snel bewegend kunstaas. Daarnaast zijn de echt grotere exemplaren veelal beter te vangen met dood aas. Waarom vis ik met de dobber en niet statisch de hengels op een pieper? Eigenlijk dezelfde reden dat ik in de gesloten tijd op karper vis met de pen of met een drijvende korst, puur en alleen om het visuele aspect. Ik vind het werkelijk prachtig om de dobber te zien drijven aan het oppervlak wachtend op die ene aanbeet. En de ene aanbeet is de andere niet, soms begint hij ineens langzaam te bewegen en stuitert soms wat op en neer, de andere keer verdwijnt de dobber met enorme kracht onder water en verdwijnt deze in de duistere diepte. De aanbeet zelf zegt overigens niet veel over wat voor een vis zich aan het einde van de lijn begeeft. Ik heb hele voorzichtige aanbeten gehad waar later een meter snoek boven water kwam, tot hele krachtige en harde aanbeten waar een snoekje van 40 cm zich vergreep aan mijn aasvis.
Montage
Mijn montage is simpel, van boven naar beneden; gevlochten hoofdlijn 17/00 spiderwire smooth red - stuitje – dobber (10 gram) – knijploodje – schuiflood (7 gram) – knijploodje – rubber stoppertje – titanium onderlijn 40 cm met een enkele dreg maatje 2 (zie foto). De dreg gaat altijd in het midden van de rug van de aasvis, zodat deze zo natuurlijk mogelijk recht in het water hangt. Veel vissers om mij heen zie ik met 20, 30 of zelfs 40 grams dobbers vissen. Als voormalig wedstrijdvisser witvis viste ik altijd met een zo’n licht mogelijke dobber en loodde ik mijn dobbertjes altijd uit tot alleen het puntje boven water stond. Dit om bij de vis zo weinig mogelijk argwaan te wekken als deze mijn made pakte en er mee vandoor ging. Doel hiervan, zo min mogelijk weerstand bieden zodat de vis niets in de gaten heeft. Dit heb ik doorgevoerd in het snoekvissen en ik ben van mening dat hierdoor het aantal aanbeten wat niet doorzet tot een minimum wordt beperkt. Uiteraard kun je met een 30 grams dobber vissen met 25 gram schuiflood eraan en de dobber prachtig uitloden, maar als een snoek je aasvis pakt zal hij toch meer weerstand voelen als met een 10 grams dobber. Wat ik dan vaak terug krijg van mensen is: ‘Maar dan zinkt je dobber toch met een grote aasvis?”. Het antwoord is simpel en dat is nee. Ik vis met aasvissen tot een centimeter of 25 en de dobber blijft gewoon drijven, alhoewel de omstandigheden hier ook een rol in spelen uiteraard. Kanttekening die ik hier wel bij plaats is dat ik voornamelijk in kanalen en polders vis. Hier speelt de wind en stroming een kleine rol en is vissen op deze manier goed mogelijk. Vis je op groter water waar de wind op staat of als je te maken hebt met een harde stroming, dan adviseer ik wel een zwaardere dobber van minimaal 20 gram.
Aasvissen
Ik vis het in het vroege najaar nog vaak met kleine aasvissen van rond de 10 cm, vooral omdat er nog veel speldaas is en de snoek hier gericht op jaagt. Naarmate we richting de winter gaan zie je het speldaas vaak verdwijnen en worden mijn aasvissen groter en vis ik het liefst met aasvissen van rond de 18 tot 25 cm. De keuze van het soort aasvis hangt af van het water waar ik vis. Vis ik in water waar alleen maar blankvoorn en brasem voorkomt, dan zal ik één van deze vissen aan de dreg doen. Maar polderwater met veel ruisvoorn leent zich dan weer heel goed voor zulke aasvissen onder de dobber. Ik probeer de aasvissen dus af te stemmen op wat er normaal leeft in het water waar je vist. Zo heb ik enkele maanden geleden een sessie gehad op de Vinkeveense plassen, zelf nog nooit gevist maar voordat ik daar ging vissen vele filmpjes gekeken op you tube van onderwater beelden. Op diverse onderwater beelden heb ik geen enkele voorn kunnen bespeuren en zag ik telkens enorme grote scholen baars in beeld. Je raadt al wat er die dag aan mijn dreg zat, baarzen van rond de 22-25 cm. Dit bleek een goede keuze want wij waren zowat de enige boot van de 10 bootjes die dag die meerdere snoeken heeft gevangen. Vis ik dan ook met zeevissen? Antwoord is ja, mijn voorkeur gaat uit naar stevige aasvissen onder de dobber, zoals een makreel, horsmakreel of een hele verse sardine. Ik benadruk vooral het woord “vers” bij de sardine omdat dit een fragiele vis is die er na een aantal worpen als slapjes bij hangt en vaak bij de rug of buik kapot gaat. Dit zie je vooral bij de diepvries sardines die je kant en klaar kunt kopen, deze gebruik ik dus niet. Ik koop ze altijd vers bij de groothandel en dit maakt een enorm verschil. Kan je zeevis in elk water inzetten? Ik ben zelf van mening dat dit overal werkt, ik heb nog geen wateren ontdekt waar je met zeevis niets kunt vangen.
Stekkeuze
Dit onderwerp is misschien nog wel het belangrijkste, want ik zie vaak berichten van mensen op diverse forums dat ze vele dagen vissen met de dobber en niets vangen. Zelf ben ik iemand die heel veel tijd steekt in het zoeken van stekken, vooral omdat ik het leuk vind om op google maps nieuwe potentiele stekken te vinden, maar het uiteindelijke doel is natuurlijk altijd om vis te vangen. De stekkeuze hangt ook af van het jaargetijde waarin je met dood aas vist. In de zomermaanden wordt over het algemeen weinig met dood aas gevist, terwijl dit juist de maanden zijn dat de snoek bijna overal te vinden is. De ervaring leert dat er weinig met dood aas gevist wordt in de zomermaanden, terwijl je dan juist heel goed kunt vangen en de stek dus niet heel veel uitmaakt. Gezien het feit dat het overgrote deel in de koude maanden vist met dood aas zal ik hier op inzoomen. Naarmate we dus richting de wintermaanden gaan, of zoals nu de herfst, zal de snoek gaan migreren en zijn er plekken waar je dagen kunt vissen zonder ook maar 1 aanbeet te krijgen. Natuurlijk kan zo’n plek er soms prachtig uit zien, maar als er geen witvis is dan zal de snoek er ook nauwelijks of niet te vinden zijn. Dus plekken die zomers of in het voorjaar veel snoek opleveren hoeven in de wintermaanden niet zo succesvol te zijn. Hier wordt veel over geschreven momenteel en alles is er eigenlijk al over gezegd, maar ik wil toch nog eens benadrukken dat je altijd moet opletten of er tekenen van witvis zijn. Zoek dus altijd plekken op die beschutting bieden aan witvis gedurende de koudere maanden, zoals havens, bruggen, maar ook tussen woningen, diepere stukken in het water of overhangende bomen. Soms heb je water waar laatst genoemde beschutting niet of nauwelijks aanwezig is, dan is het vaak lastig te bepalen waar de witvis zich op houdt, vooral als er veel wind staat of als er geen tekens zijn van futen of aalscholvers. Wat ik in zulke gevallen doe is deze stek bezoeken aan het einde van de dag (schemer) of in de vroege morgen wanneer het die dag windstil is. Op zulke momenten laat de witvis zich vaak zien aan de oppervlakte of kun je andere signalen ontdekken zoals kringetjes, belletjes etc. Het ligt misschien ook voor de hand, maar zoek ook stekken waarvan je weet dat er een goed snoekbestand zit. Ik zie nog dikwijls mensen vissen op plekken waarvan ik weet dat er weinig tot geen snoek zit, dit gebeurt puur omdat mensen zich niet verdiept hebben in het water waar zij vissen. Men kiest ook vaak voor het gemak, een parkeerplaats vlakbij, zodat je lekker vanuit de auto je dobber kunt zien als het koud is. Maar laat dit nou juist de plekken zijn waar iedereen vist en de snoek zal zo’n plek vermijden als het even kan. Dus samengevat, probeer wat moeite te doen en tijd te steken in het vinden van goede stekken en dan gaat dit zich zeker uitbetalen!
Wanneer aanslaan?
Dit blijft altijd een punt van discussie, de ene visser zal zeggen dat je gelijk moet aanslaan, terwijl de andere 10 tot 15 seconden wacht met aanslaan. Het exacte antwoord heb ik ook niet aangezien ik ook al enkele keren heb meegemaakt dat de snoek de aasvis volledig ingeslikt had binnen enkele secondes. Veelal kun je niet zien wat er onder water gebeurt en ook niet altijd aan je dobber. Op dagen dat er veel wind staat en je dobber op de golven danst kun je bepaalde signalen missen en kan een aasvis al gedraaid en geslikt zijn alvorens de snoek begint te zwemmen en de dobber ineens onder gaat. Wat kan ik je dan wel vertellen? Als kleine jongen van 8 begon ik op snoek te vissen met levend aas wat toen nog toe gestaan was. Ik viste veel in een water dat kraakhelder was en daar barstte het van de snoek. Zodra ik aan de waterkant kwam aanlopen was het turen of je een snoek zag liggen om vervolgens de levende voorn met de toen nog kenmerkende wit-rode waker in zijn buurt te werpen. Het was altijd fantastisch om te zien met wat voor een snelheid de snoek de voorn pakte. Ik heb dus de aanbeten menig maal mogen aanschouwen en het gedrag van de snoek op deze manier goed kunnen bestuderen en daarmee de bewegingen van de dobber. Een snoek zal in 80% van de gevallen de aasvis in de flank aanvallen (dus in de rug of buik). Dit resulteert vaak in het ondergaan van de dobber of het weglopen ervan. Vervolgens zal de snoek de aasvis in zijn mond keren/draaien en ‘head first’ naar binnen slikken. Dit is vaak te herkennen aan het op en neer gaan van de dobber, dit kan onder water gebeuren, maar ook als de dobber boven water staat. De snoek doet dit in enkele schokkende bewegingen vandaar het stuiteren van de dobber (op en neer) op zo’n moment. De snoek kan dit direct na het pakken van de aasvis doen of hij zwemt eerst rustig weg met de aasvis in de flank en zoekt een plek op om deze te keren. Als mijn dobber onder gaat en onder water gelijk een stuiterende beweging maakt dan zet ik direct de haak. Wacht je langer dan loop je de kans dat de dreg in de slokdarm zit en dan zal je genoodzaakt zijn de onderlijn af te knippen. Ga nooit aan de onderlijn trekken of wrikken als je de haak niet ziet, knip gewoon zo dicht mogelijk bij de haak de onderlijn door het midden en zet de snoek zo snel mogelijk terug. Zoals al eerder vermeld verloopt niet elke aanbeet zo, soms plopt de dobber onder en blijft deze onder staan op exact dezelfde plek waar hij onder ging en gaat deze ook niet op en neer. In de regel wacht ik dan een seconde of 8, draai de lijn strak en zet dan de haak. Kortom, niet elke aanbeet is hetzelfde, maar wacht in mijn optiek nooit langer dan 8 seconden. Natuurlijk los je een keer een vis, vooral als de snoek de vis in de flank pakt waar juist jouw dreg zich niet bevindt, maar ik heb vaak genoeg meegemaakt dat dezelfde snoek de aasvis later voor de 2e keer pakt dus je krijgt vaak nog wel een kans.
Hengels en schepnet
Ik ben zelf niet zo merkbewust en vis met twee relatief ‘oude’ karperhengels van rond de 2 tot 3 lbs. Deze hengels hebben een prima actie en de blank is strak genoeg om goed de haak te kunnen zetten. Ik vis met hengels van 3.30m, gewoon omdat ik dit prettig vind omdat ik veelal vanaf de kant vis in water met veel obstakels. Een langere hengel is dan net wat makkelijker als je een vis moet drillen en weg moet houden bij een boot, brug etc.
Wanneer ik met dood aas vis gebruik ik altijd een rubberen schepnet. Voordeel van rubber is dat de haken makkelijk los te maken zijn wanneer deze in het net komen. Zelf gebruik ik het rubber folding net van Savage Gear, maatje L, deze is mijn inzien groot genoeg. Voordeel van dit net is dat je ‘m makkelijk kunt inklappen en hij vooral erg licht is qua transport. Maatje L vinden veel mensen te klein, maar er hebben het afgelopen jaar meerdere meter snoeken in gelegen dus is in mijn optiek zeker groot genoeg.
Daarnaast wil ik nog benadrukken dat een goede lange onthaak- en kniptang een must is wanneer je op snoek vist.
Tot slot
Mooiste tijd van het jaar breekt nu aan, de temperaturen gaan eindelijk omlaag en ik ga zelf de komende tijd veel op pad met de dobber. Waar ik vooral mee ga experimenteren de komende tijd is het vissen in de avond uren. Dit is voor mij nieuw en dit ga ik proberen op wekelijkse basis te doen tot de gesloten tijd. De ervaring die ik hier mee op ga doen zal ik uiteraard met jullie gaan delen, dit zal in mijn volgende blog te lezen zijn.